De waarde van verwondering in een gerationaliseerde maatschappij.
Hoe natuur, technologie en ervaring in de hedendaagse kunst daaraan kan bijdragen.
Voor wie mijn scriptie wil lezen; mail me gerust op info@vanhilde.nl. Dan zend ik je een pdf-versie.
Trots citeer ik een gedeelte uit mijn judicium – door afstudeerdocent Montse Hernández i Sala – en daaropvolgend plaats ik mijn inleiding.
“Percutit con meum sine laesione. Augustinus, uit Confessiones XI, 9.1. Of te wel: “Zij treft het hart zonder het te kwetsen.” Je scriptie over de waarde van verwondering in een gerationaliseerde maatschappij begint met dit citaat. Het hart treffen zonder het te kwetsen. Het klinkt voor mij bijna als een definitie van poëzie. Je hebt het niet voor niets op je scriptie staan. En nu ik een verbindend element probeer te vinden tussen jouw eindexamenwerk en jou als persoon denk ik in deze zin het te hebben gevonden. Je wilt treffen, raken en laten verwonderen. In je scriptie schrijf je op een diepgaande, kunsthistorisch goed onderbouwde wijze over verwondering. Het is een minimalistisch vormgegeven scriptie geworden die men vooral moet lezen. Je scherpe verwoordingen en analyses verdienen het dat het niet in een la belandt waar verder niemand in kijkt. Attendeer Kunstbeeld of Metropolis erover. Je scriptie verdient het om te worden gelezen.”
0 inleiding.
De tijd waarin we nu leven biedt ons op veel vlakken de mogelijkheid alles wat er om ons heen gebeurt te verklaren. Kennis is bereikbaar voor wie het wil opdoen, met internet als ogenschijnlijk onuitputtelijke bron om wijzer te worden. Waar je ook bent, wat je ook waarneemt; uitleg of aanvullende informatie is snel en gemakkelijk te benaderen. Onwetendheid lijkt daardoor overbodig in ons hedendaagse bestaan waarin zoveel mogelijk begrijpen schijnbaar wordt gezien als verrijking.
Te betwijfelen is of onze kennisgroei overwegend een positieve ontwikkeling is. Ik stel mijzelf de vraag wat onze groei in verklaarbaarheid met de intensiteit van onze ervaringen doet, vanuit mijn overtuiging dat het niet-begrijpen van een zelfde relevantie kan zijn als het wél begrijpen. Niet-begrijpen kan bieden dat we loskomen van beredeneren, verklaren en denken, waardoor er meer gelegenheid ontstaat voor ervaren, voelen en geraakt worden. Immers hoeveel ruimte laat een gerationaliseerde levenshouding voor verwondering?
Vanuit het perspectief van ‘heimwee naar niet-begrijpen’, vermoed ik dat er in onze door ons zelf geregisseerde maatschappij een tendens zal ontstaan – of reeds is ontstaan – waarin het oorspronkelijke geherwaardeerd zal worden. Technologie is inmiddels in zoverre ontwikkeld dat we op een punt zijn beland waarop alles maakbaar lijkt. Mocht het niet maakbaar zijn, dan is het op zijn minst te beredeneren waarom (nog) niet. We lijken verder dan ooit verwijderd te zijn geraakt van onze natuur in beide betekenissen. De begrippen technologie en natuur lijken daardoor aanvankelijk lijnrecht tegenover elkaar te staan. Echter wordt dankzij onze alsmaar toenemende ontwikkeling binnen de wetenschap van technologie de natuur tegelijkertijd interessanter en magischer dan eens tevoren. Hoe meer erover ontdekt wordt, hoe groter wordt het wonder van het oorspronkelijke.
In de hedendaagse kunst is er tevens een harmonie waar te nemen tussen technologie en natuur. Al decennia lang vindt nabootsing van (of inspiratie uit) natuur plaats in kunstuitingen. De wijze waarop dit gebeurt, weerspiegelt de relatie die de mens tot de natuur aannam, maar bovenal schetst het een beeld over de mentaliteit, overtuiging en zingeving die kenmerkend was voor die periode. Dat de inzet van technologie, geïnspireerd op natuur, tegenwoordig een rol in onze kunst speelt, is veelzeggend over de levenshouding en ervaring van kunst in onze huidige tijd.
We kunnen concluderen dat technologie niet langer louter het doel dient. LED-verlichting mag dan ontwikkeld zijn met het oog op energie-efficiëntie en het belang van minder onderhevig aan slijtage zijn; het is nu ook een palet voor kunstenaars. De Nederlandse lichtkunstenaar Daan Roosegaarde laat ons bijvoorbeeld middels LED-technologie de natuur met andere ogen bekijken, poëtisch en intrigerend. We zijn inmiddels zo vertrouwd geraakt met technologie dat het ons kan raken. Een van zijn installaties is een interactief bewandelbaar landschap van wuivend riet dat gemaakt is van LED-verlichting. De brug die Roosegaarde hiermee slaat tussen twee werelden vind ik bijzonder interessant, maar is temeer relevant voor onze bevattelijke maatschappij, omdat hij ons enerzijds laat zien hoever de technologische ontwikkeling reikt waarbij de innovatie tot de verbeelding spreekt en ons anderzijds wellicht tegelijkertijd laat beleven en waarderen hoe bijzonder het oorspronkelijke is.
Om een beeld te scheppen hoe onze hedendaagse kunst zich verhoudt tot kennis, natuur, technologie en ervaring, blik ik aan de hand van literatuur terug op (kunst)stromingen die ons voorafgingen. Met name de verschuiving van de verlichting naar de romantiek waarin rede en feiten plaatsmaakten voor gevoel en introspectie, vergelijk ik met onze huidige maatschappij en de plaats die kunst daarin heeft. In hoeverre herhaalt de verschuiving zich in onze tijd en hoe zal dit zich verder ontwikkelen?
De literatuur die ik behandel heeft soms een directe relatie tot kunst(geschiedenis), maar gezien de maatschappelijke relevantie van het onderwerp, vaker raakvlakken met filosofie, sociologie, fysiologie en cultuurbeschouwing.
In alles wat ik schrijf zal mijn visie op de waarde van verwondering in onze huidige maatschappij ten grondslag liggen aan elk argument dat ik vanuit literatuur, artikelen, citaten en op basis van de analyse van hedendaagse kunstprojecten, aandraag.
scriptie
De waarde van verwondering in een gerationaliseerde maatschappij.
Hoe natuur, technologie en ervaring in de hedendaagse kunst daaraan kan bijdragen.
Voor wie mijn scriptie wil lezen; mail me gerust op info@vanhilde.nl. Dan zend ik je een pdf-versie.
Trots citeer ik een gedeelte uit mijn judicium – door afstudeerdocent Montse Hernández i Sala – en daaropvolgend plaats ik mijn inleiding.
“Percutit con meum sine laesione. Augustinus, uit Confessiones XI, 9.1. Of te wel: “Zij treft het hart zonder het te kwetsen.” Je scriptie over de waarde van verwondering in een gerationaliseerde maatschappij begint met dit citaat. Het hart treffen zonder het te kwetsen. Het klinkt voor mij bijna als een definitie van poëzie. Je hebt het niet voor niets op je scriptie staan. En nu ik een verbindend element probeer te vinden tussen jouw eindexamenwerk en jou als persoon denk ik in deze zin het te hebben gevonden. Je wilt treffen, raken en laten verwonderen. In je scriptie schrijf je op een diepgaande, kunsthistorisch goed onderbouwde wijze over verwondering. Het is een minimalistisch vormgegeven scriptie geworden die men vooral moet lezen. Je scherpe verwoordingen en analyses verdienen het dat het niet in een la belandt waar verder niemand in kijkt. Attendeer Kunstbeeld of Metropolis erover. Je scriptie verdient het om te worden gelezen.”
0 inleiding.
De tijd waarin we nu leven biedt ons op veel vlakken de mogelijkheid alles wat er om ons heen gebeurt te verklaren. Kennis is bereikbaar voor wie het wil opdoen, met internet als ogenschijnlijk onuitputtelijke bron om wijzer te worden. Waar je ook bent, wat je ook waarneemt; uitleg of aanvullende informatie is snel en gemakkelijk te benaderen. Onwetendheid lijkt daardoor overbodig in ons hedendaagse bestaan waarin zoveel mogelijk begrijpen schijnbaar wordt gezien als verrijking.
Te betwijfelen is of onze kennisgroei overwegend een positieve ontwikkeling is. Ik stel mijzelf de vraag wat onze groei in verklaarbaarheid met de intensiteit van onze ervaringen doet, vanuit mijn overtuiging dat het niet-begrijpen van een zelfde relevantie kan zijn als het wél begrijpen. Niet-begrijpen kan bieden dat we loskomen van beredeneren, verklaren en denken, waardoor er meer gelegenheid ontstaat voor ervaren, voelen en geraakt worden. Immers hoeveel ruimte laat een gerationaliseerde levenshouding voor verwondering?
Vanuit het perspectief van ‘heimwee naar niet-begrijpen’, vermoed ik dat er in onze door ons zelf geregisseerde maatschappij een tendens zal ontstaan – of reeds is ontstaan – waarin het oorspronkelijke geherwaardeerd zal worden. Technologie is inmiddels in zoverre ontwikkeld dat we op een punt zijn beland waarop alles maakbaar lijkt. Mocht het niet maakbaar zijn, dan is het op zijn minst te beredeneren waarom (nog) niet. We lijken verder dan ooit verwijderd te zijn geraakt van onze natuur in beide betekenissen. De begrippen technologie en natuur lijken daardoor aanvankelijk lijnrecht tegenover elkaar te staan. Echter wordt dankzij onze alsmaar toenemende ontwikkeling binnen de wetenschap van technologie de natuur tegelijkertijd interessanter en magischer dan eens tevoren. Hoe meer erover ontdekt wordt, hoe groter wordt het wonder van het oorspronkelijke.
In de hedendaagse kunst is er tevens een harmonie waar te nemen tussen technologie en natuur. Al decennia lang vindt nabootsing van (of inspiratie uit) natuur plaats in kunstuitingen. De wijze waarop dit gebeurt, weerspiegelt de relatie die de mens tot de natuur aannam, maar bovenal schetst het een beeld over de mentaliteit, overtuiging en zingeving die kenmerkend was voor die periode. Dat de inzet van technologie, geïnspireerd op natuur, tegenwoordig een rol in onze kunst speelt, is veelzeggend over de levenshouding en ervaring van kunst in onze huidige tijd.
We kunnen concluderen dat technologie niet langer louter het doel dient. LED-verlichting mag dan ontwikkeld zijn met het oog op energie-efficiëntie en het belang van minder onderhevig aan slijtage zijn; het is nu ook een palet voor kunstenaars. De Nederlandse lichtkunstenaar Daan Roosegaarde laat ons bijvoorbeeld middels LED-technologie de natuur met andere ogen bekijken, poëtisch en intrigerend. We zijn inmiddels zo vertrouwd geraakt met technologie dat het ons kan raken. Een van zijn installaties is een interactief bewandelbaar landschap van wuivend riet dat gemaakt is van LED-verlichting. De brug die Roosegaarde hiermee slaat tussen twee werelden vind ik bijzonder interessant, maar is temeer relevant voor onze bevattelijke maatschappij, omdat hij ons enerzijds laat zien hoever de technologische ontwikkeling reikt waarbij de innovatie tot de verbeelding spreekt en ons anderzijds wellicht tegelijkertijd laat beleven en waarderen hoe bijzonder het oorspronkelijke is.
Om een beeld te scheppen hoe onze hedendaagse kunst zich verhoudt tot kennis, natuur, technologie en ervaring, blik ik aan de hand van literatuur terug op (kunst)stromingen die ons voorafgingen. Met name de verschuiving van de verlichting naar de romantiek waarin rede en feiten plaatsmaakten voor gevoel en introspectie, vergelijk ik met onze huidige maatschappij en de plaats die kunst daarin heeft. In hoeverre herhaalt de verschuiving zich in onze tijd en hoe zal dit zich verder ontwikkelen?
De literatuur die ik behandel heeft soms een directe relatie tot kunst(geschiedenis), maar gezien de maatschappelijke relevantie van het onderwerp, vaker raakvlakken met filosofie, sociologie, fysiologie en cultuurbeschouwing.
In alles wat ik schrijf zal mijn visie op de waarde van verwondering in onze huidige maatschappij ten grondslag liggen aan elk argument dat ik vanuit literatuur, artikelen, citaten en op basis van de analyse van hedendaagse kunstprojecten, aandraag.